De Gewone koraalduivel (Pterois volitans) heeft een oorspronkelijke herkomst in de uitgestrekte Indo-Pacifische regio, van de westkust van Australië tot Micronesië, en van de Rode Zee tot de kust van Japan. Ze zijn typisch geassocieerd met koraalriffen, rotsachtige hellingen en lagunes, en komen voor op diepten variërend van 2 tot 50 meter. Overdag zijn ze vaak solitair en verborgen in spleten of onder overhangende richels, maar 's nachts worden ze actiever wanneer ze hun jachtterrein op de riffen verkennen. Helaas is deze soort nu berucht vanwege zijn invasieve aanwezigheid in het westelijke deel van de Atlantische Oceaan en de Caribische Zee.
De herkenbaarheid van de Gewone koraalduivel is buitengewoon hoog door zijn flamboyante uiterlijk. Het lichaam is bedekt met opvallende, contrasterende roodbruine of kastanjebruine strepen afgewisseld met witte of crèmekleurige banden, die over het hele lichaam, de vinnen en de kop lopen. Het meest in het oog springende kenmerk is de waaier van lange, waaiervormige borstvinnen en de lange, stekelige rugvinstralen. Deze vinnen worden gebruikt om prooien in het nauw te drijven en bieden de vis een majestueuze uitstraling. Ze bereiken een gemiddelde lengte van ongeveer 30 tot 38 centimeter. Alle stekels van de rug-, aars- en bekkenvinnen bevatten krachtig gif, wat de vis een geduchte reputatie geeft.
De meest vergelijkbare soort is de Kleine koraalduivel (Pterois miles), ook wel de Turkse koraalduivel genoemd. Beide soorten worden vaak door elkaar gehaald. Het verschil is subtiel en vereist nauwkeurige observatie van de vinstekels. De P. volitans heeft doorgaans 13 rugvinstralen, terwijl de P. miles er 10 of 11 heeft. Ook zijn de strepen van de P. miles vaak donkerder en neigen ze meer naar zwart dan naar roodbruin, en de P. miles is over het algemeen iets kleiner. De P. miles is ook inheems in de Indo-Pacifische regio, maar is vermoedelijk de soort die in de Atlantische Oceaan het eerst werd geïntroduceerd, waarna de P. volitans volgde, ofwel de twee hybridiseren nu.
De huidige status van de Gewone koraalduivel in zijn oorspronkelijke Indo-Pacifische gebied wordt geclassificeerd als Minste Zorg (Least Concern) door de IUCN; de populaties zijn daar stabiel en goed verspreid. De status is echter zeer problematisch in de Atlantische Oceaan en het Caribische gebied, waar ze een invasieve soort vormen. Door hun gebrek aan natuurlijke vijanden, hun snelle voortplanting en hun vraatzuchtige eetgedrag (ze eten jonge inheemse vissen en kreeftachtigen) hebben ze een verwoestende impact op de riffen van de Cariben en de VS. In deze regio's wordt de soort actief bestreden door duikers en lokale autoriteiten om de schade aan de ecosystemen te beperken.
Deze soort heb ik het laatst in Zoo Antwerpen gezien en gefotografeerd op 27-01-2024.
Deze soort heb ik gezien in Zoo Antwerpen