De Luipaardhaai (Triakis semifasciata) is een inheemse soort van de oostelijke Stille Oceaan. De herkomst van deze haai is strikt gebonden aan de kustwateren van Noord-Amerika, van de staat Oregon in het noorden tot de Golf van Californië in Mexico in het zuiden. Ze zijn een van de meest algemeen voorkomende haaien in de baaien en estuaria langs de kust van Californië. De Luipaardhaai geeft de voorkeur aan ondiepe wateren met een zandbodem, modderige vlaktes en gebieden met zeewier of kelp. Ze worden vaak aangetroffen in de branding en in ondiepe baaien waar ze tijdens hoogtij de waddenzeeën opzoeken om te jagen op hun prooi.
De herkenbaarheid van de Luipaardhaai is uitzonderlijk eenvoudig, dankzij het unieke en opvallende patroon waaraan de haai zijn naam dankt. Het lichaam is slank en heeft een grijsbruine basiskleur, versierd met een reeks donkere, zadelvormige vlekken en kleinere stippen die duidelijk doen denken aan de huid van een luipaard. De vlekken zijn onregelmatig gevormd en lopen van de kieuwen tot aan de staart. De Luipaardhaai is een middelgrote soort, met een typische lengte tussen de 1,2 en 1,5 meter. Ze hebben een stompe snuit, een anale vin en twee grote, ongelijke rugvinnen, wat kenmerkend is voor de gladde haaienfamilie waartoe ze behoren.
De meest vergelijkbare soorten zijn de Stardust smooth-hound (Mustelus manazo) en de Gestreepte gladde haai (Mustelus californicus), die in hetzelfde bereik voorkomen en eveneens tot de familie van de gladde haaien behoren. Een belangrijk verschil is echter het patroon: de Mustelus soorten hebben een effen, grijze of bruine kleur zonder de kenmerkende donkere vlekken. De Luipaardhaai is de enige haai in zijn verspreidingsgebied met deze uitgesproken, luipaardachtige markeringen. Dit maakt verwarring met andere inheemse haaien vrij zeldzaam. Soms kunnen de vlekken van jonge Gevlekte gladde haaien lijken op die van de Luipaardhaai, maar deze zijn doorgaans minder prominent en regelmatig van vorm.
De huidige status van de Luipaardhaai is gelukkig relatief goed. De soort wordt door de IUCN geclassificeerd als Minste Zorg (Least Concern). Dit is te danken aan verschillende factoren: ze groeien relatief snel, komen veel voor in beschermde baaien en hebben een vrij klein, goed afgebakend verspreidingsgebied dat goed wordt beheerd. Hoewel ze in het verleden commercieel werden bevist voor voedsel en de aquariumhandel, zijn de visserijbeperkingen in Californië effectief gebleken. De populaties lijken stabiel en zelfs lokaal te groeien. De belangrijkste bedreiging is de lokale aantasting van kusthabitats door menselijke ontwikkeling en vervuiling in de ondiepe estuaria waar ze hun jongen baren.
Deze soort heb ik het laatst in Burgers Zoo gezien en gefotografeerd op 28-05-2018.
Deze soort heb ik gezien in Burgers Zoo